• VOOR DE AMANDELVULLING:
  • 300 g poedersuiker
  • 50 g boter, gesmolten
  • 2 tl kaneel
  • 4 el rozenwater of 2 el oranjebloesemwater
  • 1 eierdooier
  • - VOOR HET DEEG:
  • 50 g boter, gesmolten
  • 3 el rozenwater
  • lauw water
  • 1 snufje zout
  • VOOR DE GARNERING:
  • Poedersuiker

Bereiding

1. Verwarm de oven voor op 180 graden.

2. Voor de vulling: maal de amandelen in een keukenmachine.

Voeg suiker en eierdooier toe en mix goed.

3. Doe de gesmolten boter, het kaneelpoeder en het rozenwater erbij en meng tot een egale pasta.

4. Kneed van de pasta ongeveer 40 halve maantjes van ongeveer 6 cm lang en 3 cm breed, dik in het midden en dun aan de uiteinden.

Zet koel weg.

5. Het deeg: zeef de bloem en maak in het midden een kuiltje.

Giet hier de gesmolten boter en het rozenwater in.

6. Voeg een snufje zout toe plus 4 eetlepels lauw water.

7. Kneed het mengsel lang genoeg – minimaal 10 minuten – tot een soepel en elastisch deeg.

Als het deeg te droog is, voeg dan een klein beetje lauw water toe.

8. Maak van het deeg ongeveer 40 kleine balletjes ter grootte van een walnoot.

9. Rol ze met een deegroller uit tot flinterdunne ronde plakken van ongeveer 1 mm dik.

10. Leg in het midden de ‘halve maantjes’ amandelvulling.

11. Vouw het deeg dubbel en druk de randen goed dicht met een vork, anders loopt bij het bakken de vulling uit de koekjes.

Je kunt ze ook mooi bijsnijden met een gekartelde deegsnijder.

12. Leg de koekjes op een ingevette bakplaat.

Bak ze in 20 minuten goudbruin.

13. Strooi er bij het opdienen wat poedersuiker overheen.